top of page
  • Foto van schrijverBert

Van den vos Reynaerde

Op de middelbare school zal je dit gedicht uit de dertiende eeuw vast nog eens lezen. Voor jongere lezers is “Rein de Vos” uit de serie “Paulus de Boskabouter” geschikter. In het oude verhaal verzint Reynaerd steeds listen om zijn veroordeling te ontlopen.

Dinsdag 11 april speelde ons OEW-viertal tegen een viertal van schaakclub Reynaerde.


Om half acht zaten Jonathan, Sabin, Jacob en Maxim achter het schaakbord in de zaal bij de koning-en damegroep in gespannen afwachting van de tegenstanders. Iedereen was heel stil want zo’n officiele wedstrijd is toch wat anders dan een partijtje in de onderlinge. Even later kwamen de bezoekers binnen en konden we beginnen.


Jonathan stelde zich met zwart goed op tegen een London-opening en speelde snel c5. Maar hij bleef lang met zijn koning in het midden. Wit ging enge dingen doen op de c-lijn en offerde een paard op d5. Jonathan bleef echter koelbloedig verdedigen, rocheerde alsnog en bereikte een eindspel dat remise werd.


Jacob, met zwart, speelde zijn vertrouwde spel tegen een betonopening. Uiteindelijk had wit een zwakte op e3 en zwart een zwakte op c6 en allebei een dame en een toren. Dit werd ook remise.


Maxim bereikte met wit een stelling waarin hij tegen hangende pionnen speelde. Een van die pionnen hing niet lang, want die ging eraf. Maxim ruilde een aantal stukken en won met zijn extra pion.


In de partij van Sabin gebeurde van alles. Vlak na de opening won hij een stuk met een penning. Op een of andere manier raakte hij dit weer kwijt, maar bereikte toen een eindspel van koning en dame plus pionnen tegen koning en twee torens plus pionnen. Zwart paste niet goed op zijn koning. Ook waren de torens beiden ongedekt in plaats van verbonden. Sabin kwam naar voren met een pion op de zevende rij. Pionpromotie en dubbele aanval hingen in de lucht. Maar de klok deed ook mee. Sabin had nog maar 17 seconden en zijn tegenstander anderhalve minuut. Maxim leefde zo mee dat hij een kreet niet kon onderdrukken. Toen sprak de Vos Reynaerde “Protest” en zette de klok stil.

De tegenstanders gingen even naar de kantine en wij vroegen ons af wat te doen. Leonore kwam met de oplossing: we spelen de wedstrijd uit en vragen aan de arbiter van de Leidse Schaakbond wat we met de uitslagen doen.

De tegenstanders gingen akkoord en zo werd de partij afgemaakt, dat wil zeggen zwart kon geen zet meer vinden en ging door de vlag, waarna we de tweede ronde konden beginnen.


Het OEW-viertal deed zo mogelijk nog extra zijn best. Jacob speelde een modelpartij: dubbele torens op de c-lijn, binnendringen met de stukken en het punt was daar. Maxim had twee groepjes pionnen van drie en zijn tegenstander had drie groepjes van twee. Dit voordeel hoefde Maxim niet uit te buiten, want hij kon een loper insluiten: ook een punt. Sabin had in een ingewikkeld middenspel ineens de koning op de korrel: mat en nog een punt. Jonathan had een pionnenstelling in de vorm van een badkuip. Hier werd tot remise besloten.


Dus OEW wint en door naar de volgende ronde. Goed gedaan jongens!



bottom of page